Advies: Vraag altijd een cliëntondersteuner mee

Recent werd ons weer eens duidelijk hoe belangrijk de hulp van een cliëntondersteuner kan zijn bij de aanvraag van bijvoorbeeld een vervoerspas. Ongetwijfeld wordt bij een bezoek aan het CMD, waar je vaak te rade zal gaan wanneer je hulp nodig hebt, gewezen op het inschakelen van een onafhankelijk ondersteuner. Maar, omdat je gewend was alles altijd zelf te regelen, denk je dan wellicht: “nou dat is niet nodig. Ik kan zelf wel vertellen wat ik niet meer kan en waarom ik hulp nodig heb.” Dit is echter een valkuil waarmee je jezelf uiteindelijk te kort kan doen.
Onafhankelijke cliëntondersteuners zijn voor deze zogeheten ‘keukentafelgesprekken’ met de gemeente geschoold en hebben een schat aan ervaring in deze situatie. Ze begrijpen soms de vraag (of wat daar achter kan zitten) van de gemeenteambtenaar beter. Uiteraard moet de gemeente een goede afweging maken wie wel en niet in aanmerking komt voor bijvoorbeeld een vervoerspas of een hulpmiddel. Daarbij moeten eerlijke afwegingen gemaakt worden want het gaat tenslotte om gemeenschapsgeld.

Maar op de eerste plaats horen vier oren meer dan twee. Verder “vergeet” je in deze gesprekssituatie soms zaken die wel van belang kunnen zijn. Een cliëntondersteuner kan vanuit zijn/haar ervaring daar beter op reageren. Van het keukentafelgesprek wordt altijd een verslag gemaakt. Ook dit kan je beter samen doornemen en besluiten of je akkoord bent of dat zaken niet goed of niet in overeenstemming met je geuite klachten zijn weergegeven. Tenslotte wordt niet met elk verzoek ingestemd. Wat moet je dan doen als je bezwaar wil maken? Dat is een nieuw probleem. Dan ligt de zaak inmiddels ingewikkelder en was het achteraf handig geweest als je in het eerste gesprek al ondersteuning had gehad!

Een praktijkvoorbeeld:
Mevrouw Adams is minder goed ter been en beschikt niet meer over een auto. Ze fietst soms nog wel vanuit haar woonwijk naar het centrum van het dorp. Zij vraagt een pas aan voor de regiotaxi (korting via Wmo) aangezien ze regelmatig naar de stad moet. Daar deed ze vroeger met haar auto ongeveer 30 minuten over. Met het openbaar vervoer – dat ook niet altijd rijdt op de tijdstippen dat zij moet rijden – duurt deze rit meer dan 80 minuten.

Bij haar gesprek – dat ze zonder begeleiding voerde – vertelt ze dat ze soms nog fietst. Dit wordt uitgelegd als een vervoersmogelijkheid. Ze hoeft dus niet te lopen naar de bushalte, over te stappen op de volgende bus, maar kan volgens de ambtenaar ook naar het dorp fietsen en daar rechtstreeks op de bus naar de stad stappen.

Er zijn echter wel meer kanten aan deze zaak: Mevrouw Adams heeft ook incontinentieproblemen en een rit met het openbaar vervoer duurt daardoor eigenlijk te lang. Mevrouw durft ook ’s avonds niet te fietsen en heeft daarbij angst of haar fiets nog wel in het dorp staat als ze terugkomt.

Die zaken waren allemaal niet aan de orde gekomen bij de eerste aanvraag. Een cliëntondersteuner zou hier allemaal allang achter zijn gekomen door het voorgesprek dat hij/zij heeft met cliënte.
Nu moest, en kon, alles via een bezwaarprocedure weer recht worden gezet, maar dit kleine voorbeeld geeft al aan dat een eenvoudige aanvraag gecompliceerd kan zijn.

Daarom ons welgemeende advies: heb je een hulpaanvraag? Vraag bij het CMD altijd naar een onafhankelijke cliëntondersteuner. Daarvoor is een procedure. Via de LEVgroep krijg je vervolgens contact met een (senioren) cliëntondersteuner. Zij bieden je – gratis – de helpende hand en zorgen dat alle facetten meegenomen worden in de aanvraag. Dat is geen garantie dat een aanvraag dan altijd ‘beloond’ wordt, maar geeft wel het geruste gevoel dat bij de aanvraag niets vergeten wordt.